DeMensplek en het Odensehuis gaan samen op pad, hoe werkt zo'n kar nu precies?
De kar is een soort huiskamer die we meenemen.
In de aanloop naar de opening van een nieuwe locatie van het Odensehuis in de Groningse wijk Beijum trok De Demensplek Karavaan in maart 2024 langs drie verschillende plekken. Het doel van deze reis was om te vertellen over deze nieuwe locatie van het Odensehuis en om verder in gesprek te gaan over de zorg.
Op 1 maart stond de karavaan in het overdekte winkelcentrum in Beijum, op 8 maart op het centrale winkelplein in het dorp Ten Boer en tot slot in Lewenborg in het overdekte winkelcentrum. Het Odensehuis is een open inloophuis voor mensen met geheugenproblematiek. In april 2024 openden zij een derde locatie in Beijum. Frederiek Bennema ging met meerdere betrokkenen in gesprek over de samenwerking tussen het Odensehuis en DeMensPlek.
Marcella Stam, onze vaste tekenaar bij de kar vertelt: "De kar past net in het volkswagenbusje van Patrick Boon, dus hij rijdt naar de locatie toe en dan tillen we de kar eruit. We stonden in Beijum in het winkelcentrum, een beetje in het midden van een overdekte winkelgalerij. Dat is altijd een beetje schipperen, want er komt binnen vaak gelijk iemand van dat winkelcentrum die je vraagt: 'wat doe je hier, waarom doe je dat hier en moet dat hier en zorg je wel dat iedereen er goed langs kan?' Dus dat was gelijk een dingetje bij Beijum, dat we ons een beetje met die kar beperkt moesten houden. Mensen lopen daar gewoon langs, ze doen hun boodschappen. Af en toe zie je dat iemand net wat meer stil gaat staan, net wat meer naar ons of de kar kijkt. Die spreken we dan aan.
Maar ik denk dat de plek waar je staat wel invloed heeft. In Ten Boer stonden we buiten en scheen het zonnetje, dat maakt een enorm verschil. Mensen zijn überhaupt meer open als de zon schijnt. In een winkelcentrum hebben mensen vaak een specifiek doel voor ogen. De mensen die stoppen en in gesprek gaan zijn meestal vaak de ouderen die wellicht meer tijd hebben om een praatje mee te maken. In Ten Boer ging het gesprek aangaan makkelijker toen we daar in de open lucht stonden. Dat is ook denk ik het voordeel van die kar, dat we die gewoon mee kunnen trekken en ergens anders kunnen neerzetten wanneer het op een plek niet werkt."
Evanne, student op de kunstacademie Minerva vult Marcella aan: "Wat je merkt is dat in elk dorp of elke wijk andere mensen wonen en je dus ook weer hele andere gesprekken hebt. En het maakte zeker uit dat we in Ten Boer buiten stonden in de zon. Als het mooi weer is, merk je dat mensen blijer en opgewekter zijn en hebben ze ook meer interesse in het voeren van een gesprek. Ook Dina, vrijwilliger bij het Odensehuis, vertelt dat ze Ten Boer een mooie en toegankelijke locatie vind.
Patrick is coordinator van het Odensehuis in Groningen, hij vervoerde dus de kar in zijn busje. "Het was in een dorpje, buiten in de zon. En het leek net of mensen daar ook meer tijd hadden en meer interesse hadden in elkaar. Dat was het belangrijkste verschil met Beijum. In Beijum stonden we in een wat kleiner winkelcentrum, waar één grote supermarkt zat en daar gingen mensen eigenlijk al heel gehaast naar binnen. Daar moest je de mensen bij wijze van spreken beetpakken om hen een vraag te kunnen stellen, laat staan in gesprek te kunnen gaan."
Patrick vertelt verder: "En toen we buiten in Ten Boer stonden, dachten wij: 'ja, volgende week staan we weer binnen in een overdekt winkelcentrum, in Lewenborg.' Maar eigenlijk ging het daar hartstikke goed. Dat was wel wat een groter winkelcentrum dan in Beijum. We stonden ook op een plein, maar niet echt bij een winkel. Mensen kuierden daar wat meer rond. Die kwamen niet allemaal heel doelgericht met een boodschappenlijstje naar binnen, maar die waren meer aan het rondkijken en leken meer de tijd te nemen. In het laatste winkelcentrum in Lewenborg en in Ten Boer op het plein, daar hebben we gemakkelijk contact gemaakt met mensen en veel aanspraak gehad. En in het eerste winkelcentrum in Beijum was dat veel lastiger.
Op het moment dat de mensen meer openstaan en een beetje om zich heen kijken, is het toch makkelijker om contact te maken dan wanneer mensen gefocust zijn op een bepaald doel. Op het moment dat mensen rondkuieren, dan krijg je de kans om hele mooie verhalen op te halen."
Dina: "In Beijum zag je mensen wel een beetje argwanend kijken. 'Nou ja, wat moet ik met die folder, wat is dit?' Maar toch, je kon met meerdere mensen wel het gesprek aangaan en de situatie uitleggen."
Wat is nu eigenlijk de rol van die kar?
Evanne: "Wat is nou eigenlijk de rol van de kar? Ja, ook daar hebben we onderling gesprekken over gehad. De rol is dat mensen ons zien. Het is een felgele kar waar mensen naartoe getrokken worden. Maar de kar moet ook een huiselijke sfeer uitstralen. Dat hebben ze in het Odensehuis natuurlijk ook, die huiselijke sfeer. Het Odensehuis heeft echt een woonkamer gevoel en dat wilden we met die karavaan ook uitstralen, dat je een huiselijk gevoel krijgt."
Evanne vertelt verder: "Er hingen posters aan de kar over het Odensehuis en bovendien hing een kunstwerk van één van de stagiaires van het Odensehuis eraan. De flyers van het Odensehuis lagen op de kar en er stond wat drinken en eten. Die folders deelden we sowieso eigenlijk bijna aan iedereen uit die langskwam, want je hebt ook mensen die geen behoefte hebben aan een gesprekje, maar thuis de folder willen lezen en er wellicht toch iets mee kunnen of willen. Het eten en drinken heeft in Ten Boer niet een hele duidelijke rol gespeeld. In Lewenborg was dat anders, daar gingen we bijvoorbeeld paaseitjes uitdelen als start van contact en gesprek.
Wat me is bijgebleven, is dat iedereen wel een blik werpt op de kar. Niemand kan langslopen zonder te kijken; het trekt de aandacht. Je komt door de nieuwsgierigheid van mensen snel in gesprek. Ook veel kinderen kwamen even kijken uit nieuwsgierigheid, vaak kwamen we dan automatisch ook in gesprek met de ouder."
Patrick haakt aan: "De gele kar die we gebruiken is natuurlijk opvallend. Aan de kar hing een kunstwerk aan dat één van onze stagiaires van het Odensehuis heeft gemaakt. Gedachten kan je zien als kleine ballonnetjes of belletjes. Er hingen wel dertig ballonnetjes aan, met een tekst erop. En de gedachte erachter is dat, wanneer bij vergeetachtigheid, als je hersenen achteruitgaan, dan kunnen die belletjes in één keer zo uit elkaar spatten, inclusief de gedachtes die erin zitten. Er waren ook wel mensen die ernaar vroegen: wat is dat dan? Het is iets waar je mee opvalt, maar wat je ook kan gebruiken in een gesprek."
De kar is een soort huiskamer die we meenemen, zegt Marcella. "De eerdere keren dat de kar rondtrok in de provincie Groningen hadden we ook koekjes, thee en dergelijke mee. Thee was niet heel makkelijk te regelen bij deze laatste locaties, maar we hadden wel koekjes. We willen mensen uitnodigen om gewoon even bij ons te zitten. Uiteindelijk zijn het vaak staande gesprekken, waarbij we de gesprekken op zo’n manier willen voeren dat mensen fysiek, maar ook juist mentaal geparkeerd staan bij de kar. De kar is dan ook een aandachtstrekker, er zit een grote parasol op en er staat een vlag met het woord dementie erop geschreven. Mensen kijken op, veel ouders met kinderen zijn geïnteresseerd van oh, wat gebeurt daar? Dat is de eerste functie van de kar, in feite faciliteert deze het ontstaan en het voeren van een gesprek. Voor het voeren van dit gesprek zijn allemaal middelen in en om de kar aanwezig. Bijvoorbeeld een typemachine waar mensen brieven kunnen schrijven. We hebben ook grote linten waar mensen berichten op kunnen schrijven gericht aan de zorg."
"De kar is een soort huiskamer die we meenemen"