DeMensplek naar het Blauwborgje, 17 mei.
Op 17 mei 2023 startten we de karavaan om te beginnen bij het Blauwborgje,te Groningen. We hadden allemaal een connectie met deze locatie, wat het Blauwborgje geschikt maakte voor deze try out. De kar werd 'bemenst' door Yvonne Wiegmink, agoge bij Dignis en mantelzorger Margaret Sassen samen met de kunstenaars Femke Seele, Asa Scholma, Jedidja Smalbil.
De eerste plek waar de kar stond was het Blauwborgje, dit was de try out. Het was chaotisch, maar ook heel leuk. Want hoe werkt dat nou? Je maakt zo'n kar en dan moet je het ook testen. Waar moet die kar precies staan? Hoe sta je bij zo'n kar? Moet je eten en drinken hebben, hoe spreek je iemand aan? Dat was daar heel erg zoeken, vertelde Jedidja. Zij is kunstenaar en is vanaf het begin betrokken bij de DeMensplek.
Yvonne (Agoog in het Blauwborgje) stond bij de kar. Ook zij is vanaf het begin van de DeMensplek betrokken geweest. 'Deze eerste keer met de kar was wel beetje komisch, want onze dagbesteding bestond 25 jaar, dus er was een feest in recreatiezaal. De mensen die roken die moeten altijd door de recreatiezaal, die moesten nu een omweg nemen en kwamen allemaal langs de kar. Het was een beetje rommelig en sommige bewoners bleven staan. De eerste keer was echt zoekende: hoe gaan we het vormgeven?
Ik moest gewoon aan het werk, dus ik was een beetje heen en weer aan het lopen en toen heb ik collega’s meegenomen naar de kar om te laten zien waar we mee bezig zijn. Het was wel heel bijzonder om collega's ermee bekend te maken. Ze gingen toch in gesprek. Ik vroeg: hoe zie je het later voor je? Wie denk je dat er voor je zorgt?
Er was een hele jonge collega, die was er wel even overdonderd van: nou zover ben ik nog niet. Eén van de verhalen waar ik van geschrokken ben, kwam van een collega die al bijna met pensioen gaat, die zei: “Als ik In het verpleeghuis kom, dan spring ik uit het raam.” Ja, zo zei ze dat, héél cru. Dat vind ik wel heftig. Zij maakte zich duidelijk zorgen.
Yvonne vertelt: "Dat zijn wel gesprekken die je normaal gesproken niet voert, want dan ben je weer druk bezig"
Er was een collega die zelf ook bij de kar stond, die heeft het er altijd over dat mensen een chip in hun schoen moeten kunnen krijgen en dat je dan gewoon alle vrijheid hebt. Dat gebeurt ook al hoor, bij mensen waar het echt nog bij kan. Mensen krijgen een chip in hun schoen en dan kunnen we ze met GPS volgen. Dan hoeven mensen niet meer steeds bij de deur tegengehouden worden, dat geeft mensen veel meer vrijheid.
Veel collega's schuiven het voor zich uit en gewoon hopen dat ze niet dement worden. Dat ze thuis kunnen blijven wonen. Ik heb best wel wat oudere collega’s die ermee bezig zijn om een sociaal netwerk op te bouwen. Dat er mensen zijn die voor je zorgen. Mensen die kunnen denken: “Oh, die is al een tijdje niet naar buiten geweest of zo.”
Luister hier naar de brief die Yvonne aan de DeMensplek schreef. De tekst gaat verder onder de podcast. Klik op de rode 'play'-knop om de brief af te spelen.
'In het Blauwborgje ben ik echt op avontuur geweest. We stonden met de kar ergens binnen en achter ons was een feest." Femke Seele verteld over haar ervaringen in het Blauwborgje als kunstenaar bij de DeMensplek Karavaan. Zij heeft de brieven aan de DeMensplek ingesproken.
Het was de eerste keer dat we met de kar ergens stonden en iedereen was enthousiast maar er was ook wel wat spanning. Wat wordt er dan van ons verwacht? Wat moeten we doen? Voornamelijk ook vanuit het zorgpersoneel en de mantelzorgers. Voor ons kunstenaars was het natuurlijk ook ontzettend spannend, want je staat niet iedere dag met een kar in een zorginstelling.
Deze keer in het verzorgingstehuis was de keer waarvan ik dacht: hier doen we het voor, dit willen we anders, we willen meer ruimte voor een andere manier van zorg.
Ik zag al vrij snel buiten een tafel waar mensen aan zaten te roken dus ik dacht daar ga ik naartoe. Ik ging bij de vrouwen aan tafel zitten. Alle verzorgers liepen net weer naar binnen. Je merkte dat er een soort energieverschuiving was. Er kwam rust, de drukte was voorbij. De dames hadden nu de ruimte om te praten. De twee vrouwen vroegen al snel wat ik daar kwam doen. Dus ik vertelde over de kar, over de verhalen en over dementie. Als ik een van de dames vraag of ze hier woont zegt ze: ja op de narcis. Ze weet niet hoelang ze hier al is. Dat maakt ook niet uit, zei ik haar. De andere vrouw is net als mijn moeder zwemonderwijzeres geweest van beroep. Ze werkte onder andere bij de papiermolen. Ze heeft ook een zoon, vertelt ze, maar die heeft ze al 18 jaar niet meer gezien. Het is wel een knappe jongen, vult ze aan. Een van beide vraagt: “wil je anders mijn kamer zien?” Mijn reactie was: “Ja maar natuurlijk.” Toen ben ik met deze twee vrouwen naar boven gegaan, met de lift.
Later kwam ik er pas achter dat het eigenlijk niet de bedoeling was, dat het niet mocht. Op de tweede verdieping kwam ik op de kamer van een van de vrouwen. De andere dame nam plaats onder de wensboom in de gang. In de kamer is van alles te vinden. Oude foto’s van een mooie slanke vrouw met bruin haar, een brief van haar zus, een foto van haar zoon. Ik krijg het allemaal te zien. Er staat een muziek aan van Frank Sinatra, maar het bandje is net afgelopen. Samen krijgen we hem niet opnieuw gestart. Op een gegeven moment zei de bewoonster: “Maar ik kan mijn pyjama niet vinden.” Ik suggereerde dat deze misschien in de kast was. Ze ging kijken in de kast, en daar was hij niet en toen zei ze tegen mij: “Wil jij anders even kijken in de badkamer?” Dus ik ging kijken in de badkamer, maar daar was hij ook niet. Toen stuurde ze me de gang op, om te gaan kijken in het washok, maar boven op het washok stond een heel groot bord, ‘alleen personeel’. Ik twijfelde nog een beetje maar de mevrouw vroeg naar binnen te gaan, dus toen dacht ik “dan ga ik maar naar binnen” op zoek naar haar pyjama. Tot ik dacht deze gaan we niet vinden, nu moet ik toch echt even iemand gaan vragen.
Samen liepen we naar de gemeenschappelijke ruimte waar ze verder werd geholpen door een verzorgster. Ik nam afscheid en liep terug naar de andere vrouw die nog onder de wensboom zat. Zij was ervan overtuigd dat ik haar naar haar kamer zou gaan brengen. Maar wij beiden wisten niet waar zij woonde. Terwijl we naar de lift gingen liep er ook een hond mee. Mevrouw dacht dat de hond was ontsnapt. Ik besloot het te gaan vragen aan de verzorging in de gemeenschappelijke kamer waar ik eerder ook al was. Bleek dat de vrouw daar woonde en de hond ook. Ik haalde haar op en bracht haar naar de gezamenlijke woonkamer.
"Ik liep terug naar de lift, een beetje verdwaald en in de ban van mijn avonturen stond ik daar. Ik weet niet precies hoelang ik hier heb gestaan maar het duurde een tijd voor ik mij realiseerde dat de lift niet kwam. Zonder code, die ik natuurlijk niet heb."
Helemaal aan het einde van de dag kwam er ook nog een meneer naar ons toe die een beetje boos was want de biljarttafel was verhuurd zonder zijn toestemming. Wij stonden met de kar naast de biljarttafel en de drankflessen stonden gewoon op het biljart. We hadden kinderchampagne mee om te vieren dat het onze eerste keer was dat we met de kar op stap waren. Deze meneer was niet blij, hij zegt: “Dat biljart, daar wordt nu niet voor betaald en het kost alleen maar onderhoud”. En hij had er geen zin in om om zes uur ‘s ochtends alles weer schoon te moeten maken. Dus ik zei: “Meneer ik snap het helemaal, misschien kan ik wat helpen en kunnen we de tafel leeghalen.” Ik heb hem beloofd dat ik de tafel netjes achter zou laten en dat ik de twee flessen kinderchampagne zou weggooien.
Ik denk dat deze meneer dementie had, misschien vroeger wel een kroeg had of iets dergelijks waardoor hij dacht dat het zijn taak was. Misschien dat hij daarom een beetje bozig was dat die biljarttafel was verhuurd zonder zijn toestemming. Onze kar stond ernaast en we gebruikten de biljarttafel nota bene als bijzettafel. Dat kon niet, daar was meneer vrij duidelijk over. Dit is een voorbeeld van wat er kan gebeuren omdat je in de leefwereld van deze mensen zit. Het is belangrijk dat je zo’n man verzekert dat het wel goed komt. Je moet gewoon goed luisteren.
Op een gegeven moment werd een man in zijn rolstoel naar buiten geduwd met een gewaad om zich heen, omdat hij anders met zijn sigaar zijn kleren zou verbranden. Ik zag het meteen al aan alles, hoe hij naar me keek en op me reageerde, ik wist direct daar is wat mee. Hij vroeg uiteindelijk: “Kom je hier vaker, en wat doe je hier?” Uiteindelijk vroeg hij of ik meeging. Waarheen? Naar de sauna. Ik voelde me meteen een beetje ongemakkelijk. “Ben je hier morgen ook?” Maar nee, dat ben ik niet. Toen zei ik dat ik dat niet kan doen. Uit ongemakkelijkheid besloot ik weg te gaan. Het is niet dat deze man met mij naar de sauna wilde, maar ik denk dat hij contact mist, intimiteit. Dat is wel een thema wat ik steeds vaker tegenkom in de zorg.
Luister hieronder de brief van Femke, waarin ze haar dromen voor een leven met dementie verteld. Klik op de rode 'play'-knop om de brief af te spelen.